<- back to Nieuws
Na alle verhalen van het ochtendprogramma zijn we warm gemaakt. We willen de duurzame woonboten gaan zien. In Oost sluiten zo’n veertig mensen zich aan bij de Open Woonboten Route. Daar liggen vooral stalen schepen, zeg maar níet gebouwd om er heel comfortabel te gaan wonen. Met hun op diesel stampende machinekamers zijn ze zeker ook níet gebouwd op duurzaamheid.
Het eerste schip waar we naartoe fietsen en wandelen is de klipperaak van Hugo Niesing. Het verhaal van Hugo gaat niet alleen over zijn schip, maar over een groot deel van het Oostelijke havengebied. Want, ‘hoe krijg je hele gebieden klimaatneutraal?’, is de vraag die Hugo zich ook beroepsmatig stelt.
Aan het begin van dát verhaal staat ongetwijfeld zijn eigen schip. Dat kocht hij nu zo’n 30 jaar geleden. Water, diesel en gasflessen moesten de eerste jaren over het water worden aangevoerd. Hugo woont nu inmiddels met zijn gezin in en comfortabele en voor 70% op eigen energie draaiende woonboot. Op het dek liggen 20 zonnepanelen en zonnecollectoren. Hij heeft zelfs een kleine windmolen.
Dat energie niet vanzelfsprekend en op elk moment voorradig was, is Hugo niet vergeten. Dat besef komt terug als je zelf je energie gaat opwekken. Energie moet je gebruiken als die er is. Want, zo redeneert Hugo, dat wat je opwekt en niet gebruikt, gaat anders gewoon weer het net op. En als jij dan ’s avonds thuis komt haal jij je stroom weer uit de kolencentrale. Dat wil hij niet.
Accuboot
En dus heeft Hugo een bijbootje vol met accu’s. Die ligt naast het grote schip. Daarin slaat hij op wat hij niet direct verbruikt. In de zomer is het een elektrisch plezierboot, en op andere dagen is het een voorraadje stroom voor de momenten waarop de zon niet schijnt. Niet iedereen heeft een bijbootje, maar een elektrische auto: dat werkt nog beter.
Mini smart grid
Hugo laat ons zien hoeveel daken er in Oost zijn, waar zó zonnepanelen op kunnen. En hij laats ons zien waar er al wat ligt: bijna niets. Ook daar werkt hij aan. En áls het dan lukt, dan moeten we slim omgaan met al die lokaal opgewekte stroom. In het klein maakte Hugo al zijn eigen smart grid: een slim netwerk dat er voor zorgt dat hij op zijn boot zo veel mogelijk energie gebruikt op het moment dat de zon schijnt. Inmiddels heeft hij ook 22 buren voorzien van monitoring. De buren zien van elkaar hoeveel ze opwekken en gebruiken. Energie uitwisselen kunnen ze nu nog niet.
Tips
We zijn met zo velen dat we opsplitsen. De fietsers gaan naar de Groningse coaster van Sander.
‘Toen we het kochten was het nog een écht schip, met allemaal hokjes rondom de machinekamer’, vertelt Sander. ‘We gingen dus verbouwen, en we wilden het duurzaam verbouwen.’ Op het dak van de stuurhut liggen zes zonnecollectoren. Op het dek staat de buiten-unit van de luchtwaterwarmtepomp. ‘Wat lastig was, was dat we geen idee hadden van de warmtevraag. Daarom plaatsten we naast een warmtepomp ook nog een kleine HR ketel, als back-up voor de koudste dagen.
Over het hagelwitte dek lopen we de stuurhut in, waar het gezin net aan een boterhammetje zit en de kinderen van ons de slappe lach krijgen. Het is er licht, zonnig en warm, met uitzicht over het dek, het water en de stad. De stuurhut is niet meer origineel, vertelt Sander. Hij is groter gemaakt en voorzien van een grote glazen pui, HR++. Op zonnige dagen als deze is er geen verwarming nodig. De zon doet – zonder installaties – al het werk. Is dat in de zomer niet warm?, vraagt iemand. Ja, zegt Sander, maar dan staat alles open en zijn ze sowieso liever buiten.
Tip: niet 10 maar 15 centimeter PUR en WTW
In het rommelhok zien we de niet afgewerkte laag PUR die overal tegen de wanden aan zit. ‘Hoeveel centimeter?’, vraagt iemand. Sander denkt ruim 10 centimeter, ‘maar als ik het weer had mogen doen had ik 15 centimeter gedaan’.
Als Sander nog iets over had mogen doen, dan was er een ventilatiesysteem met warmteterugwinning geïnstalleerd: de koude lucht die je binnenhaalt neemt dan de temperatuur over van de warme lucht die je afvoert. Dat is iets wat je in een vroeg stadium al moet bedenken.
Gesloten en besloten ruimtes
Nadat we de kinderen beloofden niet hun kamers in te gaan, lopen we naar beneden, het ruim in. Geen muur loopt er recht. Alle vloeren zijn voorzien van vloerverwarming. Kan je nog wel bij de nagels of bouten van het schip? vraagt iemand. Nee, zegt Sander, dat is helemaal vol gegooid met schuimbeton: dat werkt als een spons en neemt alle vocht op, er komt dus geen druppel water meer binnen. En het isoleert.
De ruimtes zijn ruim en volledig afgesloten voor de wereld buiten. Het licht komt van boven. Het effect van het water dat op de ramen is blijven staan is in de woonkamer betoverend mooi.
Aan de voorkant van het schip is een voor ons afgesloten ruimte. Die is gereserveerd voor gasten van de B&B. Het kostte toch allemaal meer geld dat we hoopten, zegt Sander. Zo verdienen we weer wat terug.
Het schip van Hugo is een voormalig passagiersschip uit Basel. Naast de gebruikelijke hoeveelheid slangen en buizen die van het schip naar de wal gaan loopt er een extra zwarte slang het water in: de warmtebron van de water-water warmtepomp.
Onder het wateroppervlak zit nóg een verrassing. Aan de bovenkant is alles nog zo goed als origineel, maar aan de onderkant zit een hele nieuwe bak. ‘Het was een drama’, zegt Hugo over de verbouwing van met name het ruim. Het was de makkelijkste oplossing om het ruim maar helemaal te vervangen. Een voordeel is dat hij dieper kon gaan en dus meer ruimte kon maken. ‘Het is net als een souterrain, wat ook een middel is om een deel van de kosten terug te verdienen’, zegt Hugo. Naast ruime slaap- en badkamers is ruimte uitgespaard voor een B&B.
Tip: wit dek
Een groot deel van de kamers ligt onder water, wat vooral in de zomer heel aangenaam is. Waar het ’s zomers erg warm wordt, is in de woonkamer. De boot is nu nog grijs: wit met maar een beetje zwart er in. Dat beetje zwart zorgt echter voor veel warmte. Het dek natspuiten, dat help goed. Maar wat nog beter werkt is om het del wit te maken.
Tip: grote ruimtes voor vloerverwarming
Kleine ruimte om maar niet te veel warmte te verliezen: dat is oud denken. Wie overgaat op lage temperatuurverwarming heeft baat bij grote ruimtes. De hal is eigenlijk te klein, zegt Hugo. Daar blijft het koud. In de rest van de boot is het juist zeer aangenaam. De boot is goed geïsoleerd met, zo’n 15 centimeter PUR. Dankzij een ventilatiesysteem met warmteterugwinning is er overal frisse lucht, met een constante binnentemperatuur.
Ingeborg en Renze kochten een oude Duitse rondvaartboot met enorme enkelglas ramen. Daar hoorde tot hun schrik dus ook een torenhoge energierekening bij. Ze schaamden zich dood. Dat wilden ze helemaal niet: ze wilden juist duurzaam leven. Het uitzicht op het water maakte dat gevoel alleen maar sterker. ;Je ziet niet alleen de eendjes langs zwemmen, maar ook het plastic voorbij drijven. De relaties tussen de natuur en jouw menselijk handelen is nogal direct’, aldus Ingeborg. Om het gasverbruik naar beneden te brengen besloten ze de kachel maar zo min mogelijk aan te zetten. Dat betekende, met een muts op naar bed.
Terwijl ze nog maar net klaar waren met de eerste verbouwing besloten ze al dat ze het helemaal anders gingen doen. Alle mooie afwerkingen gingen er weer af. Er kwam een dikke laag PUR tegen de wanden. Er was wel al een vloerverwarming aanwezig, maar met buizen die veel te ver uit elkaar liggen voor lage temperaturen. Daarom kwamen er ook nog convectoren bij.
Wat te kostbaar was om aan te pakken waren de enkelglas ramen van de boot. Omdat het een rondvaartboot was, zijn die enorm. En dus was het de vraag of ze de gasketel konden vervangen door een warmtepomp. Een jaar lang hielden ze alles bij: weersomstandigheden, temperaturen buiten en binnen en de temperatuur van het water door de radiatoren, met een maximum van 50 graden. En? Het was op het randje en ze besloten het tóch te doen. Ze hebben geen spijt.
Op het dek liggen nu zogenaamde warmtepomppanelen die zowel elektriciteit opwekken als de warmte van de zon en de lucht kunnen oogsten, als bron voor de warmtepomp.
Tip: water als bron
De tip van Ingeborg en Renze is: als je toch op het water woont, onderzoek dan of je het water onder je boot als bron kunt gebruiken voor je warmtepomp. Op de koudste dagen, dus wanneer je warmte het meeste nodig hebt, is dat een betere bron dan vrieskoude lucht.
Voor Vlot schreef ik ooit: ‘Als het bij ons kan, kan het overal’.
Voor ik weg ga vraag ik de mensen om mij heen wat hun motivaties zijn om aan de Duurzame Botenroute mee te doen. Vrijwel iedereen woont zelf op een boot. Eén aanwezige schrijft aan een boek over duurzame woonboten. Slechts één wat oudere dame die al met de normen van tien jkaar geleden haar boot verduurzaamde, zegt, na het horen van alle verhalen, ‘t is mij te veel werk, het zal mijn tijd wel duren’. Opvallend is dat het grootste deel midden in een verbouwing zit. Een kleiner aantal heeft plannen. En dus? Komen er vast prachtige nieuwe voorbeelden aan van hoe je je woonboot duurzaam kunt verbouwen. Met de kennis én de ervaringen van nu. Dus, tot volgend jaar?
Tekst: Aukje van Bezij, Tweede Stem en Wij zijn om-verhalen
Beeld: Frank Hylkema, Bureau Houthavens